FAQ
Over Ton Bruining
WIE ben jij?

“In het onderwijs staat zoveel op het spel, dat onderwijsvraagstukken om een open, vrij-moedige en vindingrijke blik vragen”

Ik ben Ton Bruining. Ik begeleid leraren, schoolleiders en onderwijsadviseurs die onderwijs willen maken dat werkt, deugt en deugd doet. Dat doe ik vanuit een veelzijdige achtergrond als frontliniewerker, leidinggevende, adviseur en onderzoeker. Mijn professionele DNA heeft een onderwijskundige, een pedagogische en een organisatiekundige component.  

Wie zijn jouw KLANTEN?

Mijn klanten zijn onderwijsmensen, zoals ervaren en innovatieve leraren, intern begeleiders, coaches en onderwijsadviseurs, schoolleiders, bestuurders en toezichthouders.

Klanten vragen mij om begeleiding bij:

  • het ontwikkelen van onderwijs,
  • het professionaliseren van leraren, onderwijsteams, intern begeleiders en schoolleiders
  • het ontwikkelen van de school als organisatie, bij het leidinggeven daaraan of bij het toezichthouden daarop.
Wat is jouw ACHTERGROND?

Ton Bruining (1956)

Pedagoog, opleidingskundige en organisatiefilosoof

Mijn achtergrond ligt in de zorg. Nadat ik de HBO-diëtetiek voltooide werkte ik vanaf 1982 acht jaar in de thuiszorg, als innovatieve zorgverlener, als voorlichter en als intern begeleider en bedrijfsopleider. In die tijd ondervond ik dat je impact als frontliniewerker niet alleen afhangt van je kennis en vaardigheden, maar ook van je vermogen om verbindingen te leggen met belanghebbenden en andere professionals en van een onderzoekende houding.

In de jaren dat ik in de thuiszorg werkte volgde ik de MO-opleiding sociale pedagogiek. Gaandeweg richtte ik mij in mijn studie steeds meer op de samenhang van professionalisering, organisatieontwikkeling en kwaliteitszorg.

 

Geladen met inzichten om het werk in de zorg beter te maken werd ik in 1990 sectorhoofd bedrijfsopleidingen in een groot algemeen ziekenhuis en verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het professionaliseringsbeleid. Daarnaast werd ik betrokken bij de innovatie van het in-service beroepsonderwijs en bij de ontwikkeling van het ziekenhuis van een kolommenorganisatie naar een netwerk van businessunits rondom medische specialismen. In die tijd voltooide ik naast mijn werk mijn doctoraal Pedagogische, Onderwijskundige en Andragologische wetenschappen.

 

Na elf jaar zorg maakte ik in 1993 de overstap naar de recreatiesector en werd ik senior adviseur en manager training & development in een internationale organisatie. In die rol werd ik verantwoordelijk voor de interne bedrijfsacademie, met aandacht voor de introductie van nieuwe medewerkers in de bedrijfscultuur, de samenwerking met het beroepsonderwijs, de bij- en nascholing van medewerkers, en de ondersteuning van het managemenontwikkelingsprogramma met opleiding en begeleiding van managementtalenten. In deze tijd heb ik het beroepsonderwijs vanuit de vraagkant leren kennen.

 

Eind jaren negentig besloot ik de overstap te maken naar een adviesbureau. De reden was dat ik mij verder wilde ontwikkelen en de ambitie kreeg om te promoveren. In 1998 trad ik in dienst van KPC Groep en ging aan de slag als allround adviseur in het onderwijs, aanvankelijk in het beroepsonderwijs, maar gaandeweg ook in het voortgezet en primair onderwijs. Van 2000 tot en met 2006 werkte ik aan een promotieonderzoek naar leren op de werkplek. Aanvankelijk deed ik dat onderzoek vanuit de Onderwijskunde. Na twee jaar maakte ik de overstap naar de Humanistiek omdat ik daarin meer mogelijkheden zag om recht te doen aan de complexiteit van het leren en werken in de praktijk. In 2006 promoveerde ik op een organisatiefilosofische proefschrift over leren op de werkplek in de publieke diensterlening. 

Vanuit KPC Groep vervulde ik van 2004 tot en met 2011 twee maal de rol van lector. Van 2004-2008 was ik lector vraaggericht leren. Van 2009-2011 volgde ik een collega op als lector academische basisschool.

In 2013 werd ik directeur beroepsonderwijs van KPC Groep en van 2017-2018 was ik eindverantwoordelijk directeur/bestuurder.

 

Sinds 2018 werk ik als zelfstandig onderwijsadviseur vanuit mijn eigen bedrijf Ton Bruining Onderwijsimpuls.

 

Voor mijn eigen professionalisering begeleid ik naast hoogleraar Gert Biesta als copromotor een onderzoek naar aandachtige betrokkenheid in onderwijs, maak ik deel uit van de onderzoeksgroep Leren en innoveren van een gelijknamig lectoraat en neem ik deel aan de lectorengroep Normatieve professionalisering.  In de marges van mijn werk onderzoek ik de bijdrage die de kunsten kunnen leveren aan het werken, leren en organiseren van werk dat goed is en goed doet.

Hoe kunnen we mogelijkheden creëren die er voor zorgen dat er onderwijs gemaakt wordt dat werkt, dat deugt en dat deugd doet? Die vraag drijft mij in alles wat ik in het werkzame leven doe: In  mijn advieswerk; in mijn rol als opleider en begeleider; en als auteur van blogs, artikelen en bijdragen aan handboeken.

 

Zie ook mijn LinkedInprofiel voor informatie over mijn loopbaan, opleidingen en publicaties.

Wat is jouw FOCUS?

Tja, er wordt vaak gevraagd wat mijn focus is. Dan wordt daaraan toegevoegd dat het voor mijn bedrijf beter zou zijn als ik voor een duidelijkere focus zou kiezen. En daar zit het hem nu net. Mijn focus is niet primair gericht op mijn eigen bedrijf of op mezelf, maar op de onderwijspraktijk. Klanten waarderen mij juist om mijn vermogen om met een open blik en in samenwerking met hen vraagstukken in de  onderwijspraktijk te analyseren. Daarbij is ook veel waardering voor de rijke achtergrond die ik daarvoor meebreng.

Weet je al wat je probleem is? Zoek dan een gespecialiseerde aanbieder. Wil je je niet bij voorbaat al ergens op vastpinnen, maar verschillende scenario’s overwegen, ‘een rijk plaatje schetsen’ en diepgang aanbrengen, dan ben je bij mij aan het juiste adres.

Wat kun je vertellen over je WERKWIJZE?

In mijn manier van werken komen steeds drie aandachtsgebieden terug.

 

  1. Wat maakt dat jouw handelen werkt? Welke mogelijkheden heb je om ervoor te zorgen dat jouw handelen als leraar, als schoolleider of als onderwijsadviseur beter gaat werken voor de lerenden, voor je onderwijsteam of voor het onderwijs dat jullie willen verzorgen?

 

  1. Wat maakt dat jouw handelen deugt? Onderwijs is moreel werk. Als onderwijsmens moet je voortdurend in beeld hebben wat er op het spel staat in de frontlinie van jouw onderwijs en wat dat van jou en van je collega’s vraagt. Je moet voortdurend belangen afwegen, een oordeel vormen en besluiten nemen. Wat is het spanningsveld waarin jij je beweegt? Wat vragen de samenleving, de lerenden en andere belanghebbenden zoals ouders, educatieve partners, bedrijven en de overheid van jou en je team?

 

  1. Wat maakt dat jouw handelen deugd doet? Welke waarden of waarde voeg jij toe? Worden de behoeften van alle belanghebbenden in ogenschouw genomen en wordt de bedoeling van het onderwijs gediend?

Mijn begeleiding is gericht op het in beeld brengen van dieperliggende waarden, bedoelingen en drijfveren, vaardigheden en concrete professionele praktijken met oog voor de context, de belanghebbenden en de opbrengsten.

Naar behoefte en op maat gesneden gebruik ik aanpakken uit de pedagogiek, uit de onderwijskunde, uit de bestuurskunde en de organisatiefilosofie.

Wat is een ONDERWIJSWERKPLAATS?

Een onderwijswerkplaats is een open werk- en leerruimte om aan een geschikte aanpak van een onderwijsvraagstuk te werken.

De onderwijswerkplaats biedt professionele ruimte om in drie dagdelen een onderwijsvraagstuk aan te pakken. Je gaat alleen of samen met een of meer collega´s van je eigen school aan de slag onder de begeleiding van werkplaatsmeester, onderwijsadviseur en -onderzoeker Ton Bruining. Daarnaast is er de inspiratie van de andere deelnemers aan de werkplaats. Op aanvraag kan ook de expertise van een tweede expert, onderzoeker of ervaringsdeskundige worden ingeroepen.

 

Achtereenvolgens werk je aan vraagverheldering, het ontwerp van een antwoord of oplossing en de beweging naar de praktijk. 

Tijdens DAGDEEL 1 werk je aan vraagverheldering. De meest effectieve weg naar een goed ontwerp of de oplossing van probleem is een scherpe vraag die duidelijk maakt wat er op het spel staat.

Om tot de verheldering van de vragen van deelnemers te komen worden verschillende werkwijzen ingezet die voortkomen uit de pedagogiek en de onderwijskunde, uit de organisatiekunde en uit de filosofie. Daarbij kun je denken aan narratieve technieken die je uitnodigen om je verhaal te vertellen en te onderzoeken, serieus spel waarmee je wordt uitgedaagd om je vraagstuk op nieuwe manieren te beschouwen en ontwerpopdrachten om schetsen te maken die horen bij verschillende manieren om je vraag te formuleren. Naar behoefte worden verder methoden ingezet die je helpen om je denken over je vraagstuk te verhelderen.

Tijdens DAGDEEL 2 werk je aan het ontwerp van een oplossing van je vraagstuk, van je nieuwe onderwijsaanpak, of van je praktijkonderzoek.

Om tot een ontwerp van een oplossing, aanpak, of onderzoek te komen wordt gebruik gemaakt van verschillende werkwijzen voortkomen uit de organisatiewetenschappen, het ontwerpdenken en het handelingsonderzoek. Daarbij kun je denken aan een waarderende en oplossingsgerichte benadering, waarbij vanuit dat wat er al goed gaat en dromen over wat beter kan een aanpak voor de toekomst wordt ontwikkeld, aan creatieve sessies waarin andere manieren van denken en handelen verder worden verdiept, of aan het opzetten van collectief praktijkonderzoek.

Tijdens DAGDEEL 3 werk aan je realisatieaanpak. Om nieuwe werkwijzen te introduceren, om een onderzoek uit te kunnen gaan voeren of een onderwijsaanpak te implementeren zul je je van meet af aan rekenschap moeten geven van de omgeving waarvoor je aan het werk bent.

Om tot daadwerkelijke realisatie van je plannen te kunnen komen wordt gebruik gemaakt van verschillende werkwijzen die voortkomen uit de veranderkunde. Daarbij kun je denken aan het uitwerken van verschillende leer- en verander strategieën, zoals de startup-methode, een projectmatige aanpak of een professionele leergemeenschap.

In de onderwijswerkplaats werk je aan de verheldering van een concreet vraagstuk uit de onderwijspraktijk. Alleen al om die reden is deelname zeer waardevol. Vervolgens doordenk je verschillende oplossingen. Op basis daarvan kun je tot weloverwogen ideeën komen voor de ontwikkeling van je onderwijspraktijk. Daarvoor maak je ook een analyse van die onderwijspraktijk en je ontwikkelt uit verschillende mogelijkheden een aanpak. Ieder op zijn of haar eigen niveau ontwikkelen de deelnemers hun vaardigheden als praktijkonderzoeker, innovator, intern begeleider of schoolleider. Het programma daagt je uit om je extern te oriënteren en in je eigen schoolorganisatie, waardoor je samenwerkingsrelaties (verder) ontwikkelt.

Wat is voor jou een moedig onderwijsmens?

Voor mij is een moedig onderwijsmens iemand

  • die honderden beslissingen per dag neemt in het belang van de leerling en die zich daarbij meer of minder expliciet rekenschap geeft van:
    • de bedoeling van het onderwijs
    • de leefwereld van de leerling
    • de beroepsstandaarden en de kennisbasis van het onderwijs
    • de afspraken die de school en het onderwijsteam maken
    • persoonlijke waarden en normen

en die aanspreekbaar is op zijn of haar onderwijs dat al dan niet werkt, deugt en deugd doet.

  • die een vrij-moedig mens is. Iemand die zelfstandig denkt en los kan komen van onderwijsmodes en -clichés en die zich daarover uitspreekt. En die tegelijkertijd ook aandacht heeft voor anderen, kan luisteren naar anderen en anderen ook durft aan te spreken.
  • die niet primair gericht is op zichzelf of op de eigen rol of taak, maar op de ander, zoals de leerling, ouders, of collega’s.
  • die het lef heeft om problemen in de onderwijspraktijk onder ogen te zien, belangen af te wegen en die niet onnodig aarzelt om te handelen.
  • die verhalen kan vertellen over de onderwijspraktijk.

Een moedig onderwijsmens kan een leraar zijn, een intern begeleider, een conciërge, een roosteraar, een schoolleider, een wethouder, een inspecteur, een minister of iemand die een andere functie in of voor het onderwijs vervult.

Wat is een oefenplaats voor moedige onderwijsmensen?

Een oefenplaats voor moedige onderwijsmensen is een plek om je te bezinnen, inspiratie op te doen en te oefenen met nieuwe vormen van denken over onderwijs of met technieken om meer diepgang aan te brengen en/of doorlopend te professionaliseren. 

Waarom een oefenplaats voor moedige onderwijsmensen?

De school is een oefenplaats voor volwassenheid, waar telkens de vraag aan de orde is, of dat wat het onderwijs is ook werkt, deugt en deugd doet. Goed onderwijs staat of valt met het vakmanschap van onderwijsmensen. Goed onderwijs is afhankelijk van het vakmanschap van leraren, intern begeleiders, schoolleiders en bestuurders, en ook van lerarenopleiders, ambtenaren en onderzoekers. Dat vakmanschap is geen gegeven, dat vakmanschap vraagt om onderwijsmeesterschap. Onderwijsmeesterschap betekent een voortdurende aandacht van de vakman voor de deelnemers aan dat onderwijs en hun leefomgeving, en ook aandacht voor onder meer de culturele en maatschappelijke context waarin onderwijs verzorgd wordt en voor de ontwikkelingen in de wetenschap. Kortom onderwijsmeesterschap is een voortdurend ontwikkelen van het professioneel handelen en het zoeken naar de juiste rechtvaardigingsgrond voor dat handelen, dat per situatie kan verschillen en dat om een afweging vooraf, tijdens en achteraf vraagt. Dit continu leren omgaan met de dagelijkse ‘messy business’ van het onderwijs wordt normatieve professionalisering genoemd.

De oefenplaats voor moedige onderwijsmensen is bedoeld om moed te verzamelen voor en te oefenen met ‘normatieve professionalisering’.

Hoe wordt de oefenplaats ingericht?

Er is gekozen voor zes bijeenkomsten en vijf thema’s. Deelnemers en begeleider geven gezamenlijk vorm aan het oefenen met processen van verdieping, reflectie en betekenisgeving. Er is gekozen voor vijf inspiratiebronnen: de ontmoeting met andere mensen, natuur, kunst, filosofie en wetenschap. Deelnemers en begeleider nemen geïnspireerd door deze thema’s gedurende een dagdeel onderwijsvraagstukken onder de loep. Na afloop gebruiken de deelnemers een gezamenlijke maaltijd.

Wat gebeurt er precies op de oefenplaats?

De dagdelen beginnen steeds om 14.00 en worden om 18.00 afgesloten. Om 18.30 wordt aan tafel gegaan en om de bijeenkomsten worden uiterlijk om 21.00 uur afgesloten.

Dagdeel 1: Anderen als inspiratiebron

Dagdeel 2: Natuur als inspiratiebron

Dagdeel 3: Kunsten als inspiratiebron

Dagdeel 4: Filosofie als inspiratiebron

Dagdeel 5: Wetenschappen als inspiratiebron

Dagdeel 6: Afsluiting

De oefenplaats voor moedige onderwijsmensen wordt georganiseerd op Sectie C in Eindhoven. Sectie C is een broedplaats voor creatieven in het stadsdeel Tongelre in Eindhoven. Sectie C is een van de hoofdlocaties van de Dutch Design Week.

Wat is jouw TARIEF?

Tarief Ton Bruining Onderwijsimpuls

Het tarief bedraagt € 700,- per dagdeel exclusief reis- en materiaalkosten en exclusief voorbereiding. BTW is niet verschuldigd op grond van de CRKBO-registratie van Ton Bruining Onderwijsimpuls.

Voor de voorbereiding van een programma van één dagdeel wordt een half dagdeel in rekening gebracht.

Er wordt geen voorbereiding in rekening gebracht wanneer er geen voorbereiding nodig is, bijvoorbeeld bij observaties en of adviesgesprekken met leraren of de schoolleiding.

Voorbeeld 1

We spreken een training van één middag af. De prijs bedraagt dan € 1050,-, opgebouwd uit de uitvoering € 700,- plus de voorbereiding € 350,-.

Voorbeeld 2

We spreken een training af die intensief wordt voorbereid met een groepsinterview van een uur, vooraf met leerlingen en/of met leraren, het maken van videoboodschap om te gebruiken tijdens de training, tweemaal een uur observatie van het onderwijs met feedback, de training van een dagdeel voor het team en een transfergesprek van een uur.

Groepsinterview

175,--

Videoboodschap

175,-

Observaties

350,--

Trainingsbijeenkomst

700,-- + 350,-- =1050,-

Transfergesprek

175,-

Totaal

1925,--

 

Voorbeeld 3

Een startmiddag rond een thema, gevolgd door drie hele dagen waarbij ‘s ochtends onderwijs wordt geobserveerd en iedere geobserveerde een feedbackverslag ontvangt en ‘s middags steeds een training aan de betrokken groep leraren gegeven wordt. Een dergelijk traject telt in totaal zeven dagdelen uitvoeren plus twee dagdelen voorbereiden. Dat maakt 9 x € 700,- is € 6300,-.

Voor niet-onderwijsinstellingen geldt de BTW-vrijstelling niet

Wat zijn jouw KERNWAARDEN?

In de loop van mijn professionele loopbaan als docent, als bedrijfsopleider en adviseur, als procesbegeleider en coach als onderzoeker en als leidinggevende zijn de volgende zeven kernwaarden steeds zichtbaarder geworden als richtsnoer voor mijn denken en handelen.

 

Professionaliteit (1)

Professionaliteit is de grondtoon van mijn handelen. Professionaliteit is voor mij geen gegeven, maar vraagt om een voortdurende ontwikkeling door een wisselwerking tussen de groei van kennis en vaardigheden, het uitoefenen van mijn vakmanschap en het opdoen van concrete ervaringen. Professionalisering is voor mij zowel grondig en wetenschappelijk, oorspronkelijk en creatief, en dienstbaar aan anderen.

 

Betrokkenheid (2)

Betrokkenheid bij anderen is de brandstof voor mijn professionele zijn. Daarbij gaat het om het creëren van verbindingen met anderen en het gezamenlijk verrichten van activiteiten om doelen te realiseren.

 

Aandachtigheid (3)

Aandachtigheid is een leidend principe in mijn handelen met en voor anderen. Daarbij gaat het mij om aandacht te hebben voor wie de ander als mens is of wat de bedoeling van een organisatie is, wat omstandigheden zijn en wat de ontwikkelbehoefte is.

 

Veelzijdigheid (4)

Om de diversiteit van mensen en organisaties waar te nemen, om de verschillende facetten van situaties en vraagstukken te doorgronden en om betekenisvol en opbrengstgericht te kunnen handelen streef ik naar veelzijdigheid en de combinatie van rationele, instrumentele, relationele en artistieke benaderingen.

 

Integriteit (5)

In mijn doen en laten wil ik integer zijn, dat wil zeggen ‘zuiver op de graat’ zijn door oprecht te zijn, betrouwbaar te zijn en open te zijn naar anderen, zonder een verborgen agenda en door steeds trouw te zijn aan mijn kernwaarden.

 

(6) Vrijmoedigheid

In al mijn activiteiten koester ik mijn vrijmoedigheid. Dat wil zeggen dat ik steeds de moed wil opbrengen om uit te spreken wat gezegd moet worden om problemen onder ogen te zien, om alle betrokkenen recht te doen en om noodzakelijke veranderingen te bewerkstelligen. Vrijmoedigheid houdt voor mij ook in dat ik de moed wil opbrengen om oprecht naar anderen te luisteren en om de consequenties van mijn handelen te aanvaarden.

Duurzaamheid (7)

De inspanningen die ik verricht hebben altijd de bedoeling om duurzame ontwikkelingen te bewerkstelligen met respect voor alle belanghebbenden, met de ambitie om naar nieuwe mogelijkheden te zoeken en met oog voor langetermijneffecten.

Als je een andere vraag hebt

Heb je een vraag of opmerking, stuur me gerust een bericht: [email protected] of vul het formulier hiernaast in en je krijgt spoedig antwoord.

Neem contact op
Verstuur
*Verplichte velden